Aan de rand van West-Terschelling bevindt zich het Groene Strand. Het gebied is vooral bekend om het wadstrand met drooggevallen schepen, kite-surfers en het uitzicht over de Noordsvaarder naar Vlieland. Wat veel mensen niet weten, is dat groot deel ten noorden van het zandstrand ook bij het Groene Strand gerekend wordt.
Het Groene Strand is ontstaan toen de Noordsvaarder in 1886 aan het eiland vastgroeide. Tussen deze nieuwe zandplaat en het oorspronkelijke eiland ontstond een iets lager gelegen strook. Overtollig water uit het duingebied kon door het gebied naar zee stromen. Dit gebeurde via een duinbeek, het ‘Riviertje’. Omdat ook de zee bij eb en vloed vrij in en uit het lagergelegen gebied kon stromen, kwamen er kleine hoeveelheden slib in het gebied terecht. Dit slib raakte begroeid: het Groene Strand was ontstaan.
In 1911 werd dwars door het gebied een dijkje aangelegd. Hierdoor werd het noordelijke deel beschermd tegen overstromingen. De grond werd ontgonnen, verkaveld en verpacht aan boeren uit West-Terschelling. Het ‘Riviertje’ werd veranderd in een diepe, rechte, afwateringssloot. In 1996 besloot men het dijkje weer te verwijderen en het Groene Strand grotendeels in oude staat te herstellen. Tijdens springvloed kan de zee het hele gebied weer instromen. De afwateringssloot werd gedempt, waardoor het duinwater zijn eigen weg weer zocht door het gebied en op deze manier het ‘Riviertje’ook weer in ere herstelde.
In de zomer grazen er in het noordelijke deel koeien. Het zuidelijke deel wordt traditioneel begraasd met paarden aan een roop, een lang touw. In het voorjaar broeden er net als op de Noordsvaarder veel heidevogels als de kievit en de tureluur.