De oostelijke punt van Terschelling vormt één van de belangrijkste natuurgebieden van Nederland: de Boschplaat. Het gebied is zo’n 4400 hectare groot en beslaat een derde deel van het eiland. Dit natuurgebied valt sinds 1910 onder het beheer van Staatsbosbeheer. In 1924 werd het gebied een Nederlands Staatsnatuurmonument, in 1970 kreeg de Boschplaat, als eerste in Nederland en als twaalfde in Europa, de status Europees Natuurreservaat.
Tot in de 19e eeuw was de Boschplaat een grote dorre zandvlakte, door het Koggediep gescheiden van Terschelling. Door langzame verzanding van het Koggediep groeide de plaat uiteindelijk aan het eiland vast. Een deel van het Koggediep is tegenwoordig nog terug te vinden als de Eerste Slenk.
Om het gebied te beschermen tegen de constante overstromingen van de Noordzee, en om de rest van het eiland beter te beschermen, werd er tussen 1931 en 1937 een negen kilometer lange stuifdijk aangelegd. De Derk Hoekstra-stuifdijk. Arbeiders plaatsten meer dan een meter hoge dennentakken op een afstand van 30 tot 40 centimeter van elkaar in het zand, waarna door de natuur zelf een dijk gevormd werd.
Wat de Boschplaat zo bijzonder maakt is de grote variatie van het gebied, dat bestaat uit duinruggen, zandbanken, slenken, kale wadplaten, ruigte en uitgestrekte kwelders. In het gebied komen ongeveer 400 verschillende plantensoorten voor, bijna een kwart van alle in Nederland voorkomende soorten.
Bijna een ontelbaar aantal vogelsoorten gebruikt de Boschplaat tijdens de vogeltrek als tussenstation. Ook broeden veel vogels, met name meeuwen, op de Boschplaat. Om deze reden sluit Staatsbosbeheer elk jaar tussen 15 maart en 15 augustus grote delen van het gebied af voor mensen.
Brand
Op 15 mei 2004 voltrok zich een kleine ramp op de Boschplaat. Op deze dag brak er op het Jan Thijssenduin, het hoogste duin van het gebied, en in de Berkenvallei, een bijzondere vallei vol berken, een grote brand uit. Met man en macht werd gewerkt om de brand meester te worden. Naast het volledige Terschellinger brandweerkorps, brandweerlieden van de vaste wal, bosbrandspecialisten van de vaste wal, grote blushelikopters van de Koninklijke Landmacht zetten ook loonbedrijven en zelfs toeristen zich in voor het behouden van het natuurgebied. De rook was tot ver op het Friese vaste land te zien en te ruiken.
In de dagen na de grote brand laaide het vuur nog een aantal keer op. Uiteindelijke brandde zo’n 75 hectare, met alle daar levende planten en dieren, volledig af.
In de jaren na de brand is gebleken dat de natuur weer volledig hersteld is, en zelfs nieuwe plantensoorten een kans kregen.