In het centrum van West-Terschelling vindt u de Brandaris, de Terschellinger vuurtoren en tevens de oudste vuurtoren in Nederland. Waar de naam Brandaris vandaan komt is niet precies bekend.
In 1323 werd door de stad Kampen opdracht gegeven voor de bouw van een “voerhuijs oft eijn merke”. Deze was bedoeld voor het begeleiden van zeelieden tussen Vlieland en Terschelling, op hun route van Kampen via de Zuiderzee (tegenwoordig het IJsselmeer) naar de Noordzee. Dit werd de eerste Brandaris. De toren werd echter te dicht bij zee gebouwd. Op 22 januari 1593 stortte de toren in zee.
Al in februari 1593 werd besloten dat er een tweede Brandaris gebouwd moest worden. Dit keer verder landinwaarts, op dezelfde plaatst als de huidige toren. Ook met deze toren ging het mis. In oktober 1593 stortte hij tijdens de bouw in, waarschijnlijk door het gebruik van slecht steen en een slordige werkwijze. Hier kwamen zes mensen bij om.
Begin 1594 werd opnieuw begonnen aan de bouw van een baken op Terschelling, de derde Brandaris. Dit keer met succes, de toren bleef staan en staat er anno nu nog steeds.
Het kaarslicht van de Brandaris bleek niet erg sterk te zijn, wat er toe leidde dat de toren na een tijd gedoofd werd. Er werden bakens geplaatst in de duinen, waar ’s nachts een vuur op gestookt werd. De toren diende een paar eeuwen vooral als dagbaken.
Op 1 april 1834 werd begonnen met een grondige opknapbeurt voor Brandaris. Bij deze opknapbeurt werd er een nieuw lichthuis op geplaatst met daarin een draaiend vuurtorenlicht, het eerste in Nederland. Dit licht werd voor het eerst ontstoken op 23 september 1835. Een omwenteling duurt acht minuten. Dertig jaar later, in 1864, werd besloten dat het licht van de Brandaris verplaatst moet worden naar Texel. Dit gebeurde en op 1 november 1864 werd op de Brandaris een nieuw licht ontstoken, dit keer geen draaiende, maar weer een vaste.
In 1907 volgde een nieuwe primeur voor de Brandaris. Er wordt een elektrisch draaiend licht geplaatst. In 1917 begon Philips met het ontwikkelen van een nieuwe lamp. Dit werd uiteindelijk een enorme gloeilamp met een diameter van dertig centimeter, de “Brandarislamp”. Deze werd op 13 juli 1920 voor het eerst gebruikt.
Tussen 1976 en 1979 werd de Brandaris grondig gerestaureerd en gemoderniseerd. Tijdens deze restauratie werd een elektrische personenlift geplaatst. Weer een primeur in Nederland. In deze periode werd ook het verblijf bovenop de toren gebouwd. Ook kreeg de toren een radar installatie.
In 1989 werd de Brandaris door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat benoemd tot Centrale Meldpost Waddenzee. De toren heeft deze functie nu nog steeds. Een aantal vuurtorenwachters houdt met moderne apparatuur vanaf de toren 24 uur per dag de Waddenzee in de gaten.
De toren zelf is met zeven verdiepingen 53,66 meter hoog, het licht zit op 55,5 meter hoogte. Het licht van de toren is in een straal van 29 zeemijlen, zo’n 54 kilometer, zichtbaar.