Het westelijke uiteinde van Terschelling wordt gevormd door de Noordsvaarder. Het uitgestrekte natuurgebied is ontstaan uit losse zandbanken die aan elkaar vast zijn komen te zitten. In 1866 zijn de zandbanken definitief vastgegroeid aan het eiland, waarmee Terschelling er een flink oppervlak bij kreeg.
De Noordsvaarder omvat grofweg het gebied westelijk van de lijn West-Terschelling – Paal 8 (West aan Zee) en is in totaal zo’n 650 hectare groot. Het is een gevarieerd natuurgebied bestaande uit grote zandvlaktes, maar ook kwelders, stuifduinen en verschillende valleien. Deze natte, maar ook droge duinvalleien herbergen diverse zeldzame plantensoorten. Zo vind je er bijvoorbeeld de groenknolorchis en de vleeskleurige orchis.
Maar ook voor vogels is de Noordsvaarder een geschikte plek om te broeden. Zo zijn bijvoorbeeld de kluut, de strandplevier, de bontebekplevier, de wulp en de blauwe en bruine kiekendief in grote getale te vinden in het gebied.
Na de Tweede Wereldoorlog is een groot deel van de zandvlaktes op de Noordsvaarder door Defensie ingericht als militair oefenterrein voor de Koninklijke Luchtmacht. Het gebied kreeg van Defensie de naam “Jackpot Range” en werd jarenlang intensief gebruikt. In 1996 sloot Defensie “Jackpot Range” en gaf het gebied terug aan de natuur. Borden die waarschuwen voor eventuele achtergebleven munitie herinneren nog aan die tijd. “Jackpot Range” was vergelijkbaar met de Vliehors op buureiland Vlieland. Het gebied op Vlieland is echter nog wel in gebruik bij Defensie.