Op 19 augustus 1666, tijdens de Tweede Engelse oorlog, werd een Nederlandse koopvaardijvloot door de Engelsen aangevallen in het Vlie, tussen Vlieland en Terschelling. Van de 170 aanwezige schepen werden er 150 in brand gestoken.
Het weer was te ongunstig om naar Vlieland te zeilen, dus werd besloten West-Terschelling aan te doen. Het dorp werd op een paar huizen, de Brandaris en de Westerkerk na, volledig platgebrand door de Engelsen.
De Engelsen waren echter niet tevreden met het resultaat, en trokken verder het eiland op, met de bedoeling ook de andere dorpen plat te branden. Ter hoogte van huidige Baaiduinen zagen ze in de verte een schimmige verhoging met daarop een aantal staande figuren. Het Stryper Kerkhof. De Engelsen vreesden echter Hollandse versterking.
Op dat moment passeerde er een oud vrouwtje, aan wie de Engelsen vroegen wat die schimmen in de verte toch waren. Het vrouwtje, het Stryper Wyfke, antwoorde met: “Er staan er bij honderden en er liggen er bij duizenden.” Waarmee ze doelde op de grafstenen en de vele begravenen. De Engelsen schrokken hier erg van, en trokken zich terug.
Het Stryper Wyfke redde hiermee de overige dorpen op het eiland. De kans dat de redding op deze manier heeft plaatsgevonden is echter zeer klein…