DEN HAAG – Nederland heeft de mond momenteel vol van normen en waarden in verband met het optreden van roekeloze banken, maar waar blijft dat besef als het om de erfpacht op de eilanden gaat?
De mentaliteit van monopolist Staatsbosbeheer op de Waddeneilanden is volgens burgemeester Jurrit Visser van Terschelling vergelijkbaar met die van “het meest notoire hedgefund”.
“Als wij de mond vol hebben over de wijze waarop de DSB bank opereerde, dan is het wrang dat een door de overheid aangestuurde instelling er niet voor schroomt te werken met dubbele provisies.” Visser sprak vanmiddag namens alle Waddeneilanden op een hoorzitting in de Tweede Kamer.
Staatsbosbeheer heeft op Terschelling en Vlieland praktisch alle grond in handen. De wil om de canons met honderden procenten te verhogen, schoot pachters in het verkeerde keelgat. De ingestelde commissie-De Jong constateerde dat dit de nekslag voor het eilander toerisme zou kunnen betekenen. Maar natuurminister Gerda Verburg ging desondanks toch akkoord. Ze wil marktconforme vergoeding voor het gebruik van de gronden, Visser kan daar helemaal niets mee. “Het is een uitermate rekbaar begrip wat ook nauwelijks vatbaar is voor rechterlijke toetsing.”
De Waddenburgemeesters willen dat pachters de grond voor een redelijke prijs kunnen kopen en dat gemeenten voor niets of een symbolisch bedrag eigenaar worden van niet-natuurgrond. Ook willen ze een status aparte. “Een bijzondere positie voor de eilanden is niet nieuw. Als de eilanden geen extra geld uit het gemeentefonds zouden krijgen, zouden ze niet kunnen functioneren”, aldus Visser, “Dit gedachtegoed is blijkbaar nog niet op LNV doorgedrongen.”
Erfpacht is noodzakelijk om natuurbeheer mogelijk te maken, vindt Verburg. Onzin, vindt Visser. “Vergeet niet dat de eilanden belegd zijn met alle vormen van natuurregelgeving die u kunt bedenken. Natuurbeheer is niet mogelijk zonder draagvlak bij de lokale bevolking tenzij we er een reservaat van willen maken.”
Hij nam het ook nog even op voor de monopolist. “Staatsbosbeheer doet veel goed werk, dat zo langzamerhand in deze discussie aardig ondergesneeuwd raakt. De lokale medewerkers van SBB zijn niet te benijden.”