In Doodemanskisten, de duinplas nabij West-Terschelling, heeft Staatsbosbeheer een aantal bijzondere en zeldzame planten gevonden. Het gaat onder andere om teer guichelheil en pilvaren.
Teer guichelheil en pilvaren zijn beide soorten die maar op een paar plekken in Nederland voorkomen. Dat maakt de massale groei van teer guichelheil rondom de plas des te meer bijzonder. Dat de kans aanwezig was dat deze twee soorten zouden terugkeren was bekend, maar werd door Staatsbosbeheer zeer klein geacht.
Tot in de jaren vijftig kwamen ze nog voor in Doodemanskisten, dat toen nog een open duinplas was zonder bomen. Nadat de plas in die tijd is uitgebaggerd zijn beide planten stilletjes verdwenen. Na een eerste vondst van guichelheil werd door de boswachters van Staatsbosbeheer reikhalzend uitgekeken naar een eerste vondst van pilvaren. Die kwam afgelopen week op een viertal plekken.
De planten groeien in beide gevallen hoogstwaarschijnlijk uit oud zaad dat nog in de bodem aanwezig was. Elders op het eiland komt pilvaren nog voor in het van Hunenplak, waar in de jaren ’50 plaggen uit Doodemanskisten zijn neergelegd. Teer guichelheil groeit ook nabij het Groene strand.
Behalve bovengenoemde soorten heeft Staatsbosbeheer nog meer bijzondere planten gevonden. Het gaat om onder andere draadgentiaan, ongelijkbladig fonteinkruid, strandduizendguldenkruid, dwergrus, stijve moerasweegbree en grote ratelaar.
Het herstelproject van Doodemanskisten is daarmee volgens de natuurorganisatie in zowel landschappelijk en natuurlijk opzicht een succes. De verdere ontwikkeling van de plantengroei wordt de komende tijd goed in de gaten gehouden.