Containerschepen moeten bij noordwesterstorm de vaarroute boven de Waddeneilanden mijden, concludeert de Onderzoeksraad in het onderzoek naar de containerramp met MSC Zoe.
In de nacht van 1 op 2 januari 2019 verloor MSC Zoe in een storm 342 containers, met in totaal zo’n 3 miljoen kilo lading. Speelgoed, lampen, meubels, maar vooral heel veel plastic kwam in de Noordzee terecht en spoelde aan op de Waddeneilanden.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid deed de afgelopen tijd uitgebreid onderzoek naar de toedracht van de ramp en kwam vandaag met het concluderende rapport.
In de Noordzee lopen twee belangrijke internationale scheepvaartroutes, de zuidelijke op zo’n 30 km van de Waddeneilanden, en een noordelijke. MSC Zoe bevond zich in de stormachtige nacht in de zuidelijke route.
Volgens de Onderzoeksraad kwamen de containers los door een combinatie van factoren. Zo zorgde de noordwestenwind voor hoge golven die dwars op het schip kwamen, met heftige slingerbewegingen tot gevolg. De golven slaan ook met grote kracht tegen de zijwand van het schip en de opgestapelde containers.
Omdat de zuidelijke vaarroute relatief ondiep is, acht de Onderzoeksraad de kans groot dat het schip door de slingerbewegingen ook meermaals de zeebodem heeft geraakt. Al deze trillingen en bewegingen bij elkaar zorgen voor extreme krachten op de containers en sjorsystemen, waardoor ze los kunnen raken.
De Onderzoeksraad stelt daarom voor dat de zuidelijke route tijdens noordwesterstormen niet gebruikt mag worden door grote containerschepen. De risico’s op containerverlies in de noordelijke route is veel kleiner, mede doordat deze route dieper is.
Om dergelijke veranderingen door te voeren, is internationaal overleg nodig tussen Nederland, Duitsland, Denemarken en de International Maritime Organization (IMO).
Ook vindt de Onderzoeksraad dat de Kustwacht meer bevoegdheden en middelen moet krijgen om containerschepen te kunnen begeleiden boven de eilanden.