Het Schuitengat weer uitdiepen? In de Leeuwarder Courant van vandaag valt te lezen dat dit nog steeds een toekomstdroom blijft. Rijkswaterstaat (RWS) ziet er nog steeds niets in.
Afgelopen juli maakte een groep Terschellingers zich hard voor het in ere herstellen van de vaargeul, door eigenhandig te beginnen met “graven”. Het Schuitengat was vroeger al de vaarroute naar het eiland, maar begin jaren negentig verzandde het Schuitengat en werd de huidige route door de Slenk en de Meep uitgebaggerd. Deze route wordt nu op diepte gehouden door dagelijks baggeren, maar is zo smal en zo kronkelend dat er vroeg of laat wel eens iets flink mis moet gaan tussen de beroeps-, plezier- en snelvaart daar, zei raadslid Guus Schweigmann in juli.
Rijkswaterstaat had de situatie in 2011 onderzocht en zag toen niks in het openen van de geul. De groep eilanders beweerde in juli dat de zandbank in de geul nog amper 200 meter breed zou zijn en tijdens hoogwater al onder water staat.
In de Leeuwarder Courant van vandaag zegt morfoloog van de studiedienst van RWS, Ernst Lofvers, dat de kans klein is dat de geul binnenkort open gaat. Volgens Lofvers is gebleken dat het niet waarschijnlijk is dat de geul zich natuurlijk vormt en baggeren is geen optie.
Rijkswaterstaat geeft toe dat de zandrug die in het Schuitengat ligt smaller wordt, maar zegt dat er bij ieder tij nog veel zand op de bank terecht komt. Volgens de overheidsdienst ontwikkelt zich een diepe geul langs de westpunt van Terschelling, waar het ebwater door naar zee stroomt. En juist die stroom was nodig geweest om het Schuitengat op een natuurlijke wijze op diepte te houden.
Baggeren vindt RWS ook geen optie, dat is daar zelfs helemaal niet mogelijk binnen de natuurbeschermingsregels.