De Grië, het buitendijkse gebied oostelijk van Oosterend, kan rekenen op een flinke opknapbeurt. Dat schrijft de Leeuwarder Courant zaterdag.
Het gebied, dat gekenmerkt wordt door karakteristieke elzensingels, verkeerd in een slechte staat. Slechte afwatering en invloeden van het zoute zeewater in combinatie met weinig onderhoud hebben ervoor gezorgd dat De Grië aan een flinke opknapbeurt toe is.
Terschelling is het enige Waddeneiland waar elzen zijn gebruikt om akkers en weilanden af te bakenen en te beschermen tegen duinzand. Dat maakt het gebied uniek en van grote cultuurhistorische waarde. Daarom wil de Vereniging tot instandhouding van De Grië, waaraan zo’n tachtig grondeigenaren deelnemen, de bomen herstellen en waar nodig nieuwe planten.
Als basis voor het project wil de vereniging een gebiedskaart uit 1930 gebruiken. “We willen die situatie aanhouden, omdat de elzencultuur toen op zijn hoogtepunt was”, zegt bestuurslid Ronald van Zandwijk in de Leeuwarder Courant.
Naast het opknappen van de boomwallen, moet ook de waterhuishouding in het gebied op orde gebracht worden. Dat moet gebeuren door het oude slotenstelsel te herstellen en stuwen en dammen aan te brengen waarmee het zoete water langer vastgehouden kan worden en het zoute sneller afgevoerd.
Daarnaast zal men uitheemse plantensoorten uit het gebied verwijderen om de oorspronkelijke heide meer ruimte te geven. Ook een wandelpad over De Grië en vier oude kooidijken kunnen op een renovatie rekenen.
De herstelwerkzaamheden kosten 1,2 miljoen euro en zullen negen jaar in beslag nemen. Het Waddenfonds betaald 911.000 euro, Staatsbosbeheer, Landschapsbeheer, de Provincie Fryslân en de gemeente Terschelling dekken de rest. De landeigenaren betalen in arbeidsuren, weet de Leeuwarder Courant te melden.