De nieuwe zeevaartschoolcampus van het Maritiem Instituut Willem Barentsz is bijna af, maar wat er met het huidige complex moest gebeuren was nog onduidelijk. De gemeente Terschelling laat ze geschikt maken voor bewoning.
De Leeuwarder Courant schrijft vandaag over die beslissing. Woningcorporatie De Veste kocht de campus enkele jaren geleden van de gemeente Terschelling, maar die laatste had wel een terugkoopplicht. Voor €2,8 miljoen zijn de panden weer in handen van de gemeente gekomen.
Volgens de krant zal de gemeente ze nu weer doorverkopen aan een projectontwikkelaar, met daarbij de eis dat ze niet gebruikt mogen worden voor toeristische verhuur.
Het is de bedoeling om de panden in te zetten als huisvesting voor tijdelijk personeel van onder andere de gemeente zelf, de horeca en de detailhandel op het eiland. Ook derde- en vierdejaarsstudenten die niet langer verplicht op de campus hoeven te wonen, kunnen gebruik gaan maken van de woningen aan de Dellewalbaai.
De stap van de gemeente is opvallend. De zeevaartschool dreigde bij uitstel van de nieuwe campus zelfs van het eiland te vertrekken, omdat de huidige campus in slechte staat verkeerd. Het gebouw staat ook al sinds november 2014 in de steigers, omdat er betonrot in de galerijen zit. Er zal dus veel geïnvesteerd moeten worden om de panden weer leefbaar te maken.
Vanaf aankomend schooljaar kunnen de studenten van het Maritiem Instituut zich vestigen in de nieuwe campus, in het bos tegenover de zeevaartschool.
Oplevering #buitenterrein Campus Terschelling! Een bijzonder project i.o.v. #KoopmansBouw en #WoningstichtingDeVeste pic.twitter.com/PHBTkEK9UT
— Abbink Wegenbouw (@AbbinkWegenbouw) June 7, 2017